Eindejaarstips 2020
Voorkom bijtelling bestelauto’s voor personeel
Heeft uw onderneming bestelauto’s die aan het personeel ter beschikking worden gesteld? Dan moeten de werknemers in principe belasting betalen over de bijtelling voor het privégebruik van de bestelauto.
Rijdt uw werknemer op jaarbasis minder dan 500 km privé met deze bestelauto? Dan kan de werknemer, net als voor een personenauto, voor een bestelauto een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Voor bestelauto’s zijn er daarnaast speciale mogelijkheden om de bijtelling te voorkomen als de werknemer niet privé kan/mag rijden met de bestelauto. Denk daarbij aan:
- een niet buiten werktijd te gebruiken bestelauto (auto ‘achter het hek’);
- een verbod op privégebruik bestelauto;
- een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik.
U moet het privégebruik dan wel onmogelijk maken en het autogebruik controleren. Voor het verbod op privégebruik kunt u eventueel gebruik maken van een voorbeeldafspraak die u kunt downloaden van belastingdienst.nl.
Benut de resterende ruimte in de vrije ruimte
Benut de vrije ruimte voor de werkkostenregeling goed. Heeft u nog ongebruikte ruimte? Dan kunt u misschien dit jaar uw werknemers nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. U kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte niet doorschuiven naar volgend jaar. U hoeft de afrekening van de werkkostenregeling over het jaar 2020 (eindheffing werkkostenregeling) pas mee te nemen in de aangifte loonheffingen over februari 2021. Deze aangifte verzorgt en betaalt u in maart 2021.
Tip! In 2020 is door de coronacrisis de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom verhoogd van 1,7% naar 3%. Daarboven blijft het percentage gelden van 1,2%. Het kan daarom voordelig zijn om dit jaar meer vergoedingen en verstrekkingen te doen binnen de vrije ruimte.
Pas eventueel de concernregeling toe. Dan ontstaat in feite een gezamenlijke vrije ruimte die uitgewisseld kan worden tussen concernmaatschappijen.
Controleer of de onbelaste vergoeding voor het woon-werkverkeer in 2021 kan worden doorbetaald
Werkgevers kunnen werknemers een belastingvrije vergoeding geven voor de kosten van het reizen van huis naar een vaste arbeidsplaats. Die onbelaste vergoeding is € 0,19 per kilometer, voor de heen- én de terugreis.
De werknemer die in 2020 op jaarbasis 60% van het aantal werkdagen reist tussen zijn woonplaats en een vaste arbeidsplaats, kan een belastingvrije vergoeding ontvangen alsof hij het hele jaar naar die arbeidsplaats reist. Het aantal werkdagen wordt hierbij gesteld op maximaal 214 dagen per kalenderjaar. Bij een fulltime dienstverband betekent dat, dat als de werknemer ten minste op 128 dagen (60% van 214) naar de vaste arbeidsplaats reist, hij voor 214 dagen een onbelaste vaste vergoeding kan ontvangen. Vanwege de coronacrisis werken uw werknemers op dit moment misschien niet op kantoor. U mag in 2020 voor de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer de thuiswerkdagen echter als reisdagen blijven zien.
Betaal minder belasting: benut de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Bent u van plan om te investeren in uw onderneming? Misschien is het voordelig om dat nog dit jaar te doen of kunt u die juist beter (gedeeltelijk) uitstellen tot 2021. Op die manier kunt u optimaal gebruik maken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) en betaalt u minder belasting.
Voor de KIA moet u minimaal € 2.400 aan investeringen doen. Investeert u meer dan € 323.544, dan heeft u geen recht op KIA. Investeringen tot € 450 tellen niet mee. De KIA geldt zowel voor nieuwe als gebruikte bedrijfsmiddelen. Voor sommige bedrijfsmiddelen kunt u geen KIA krijgen, zoals grond, woningen en personenauto’s.
Betaal minder belasting: benut energie- en milieu-investeringsaftrek
Naast kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) kunt u ook recht hebben op energie-investeringsaftrek (EIA) als u investeert in bepaalde energiezuinige bedrijfsmiddelen of milieu-investeringsaftrek (MIA) als u bepaalde milieuvriendelijke investeringen doet. De EIA bedraagt 45% van de investering. De MIA bedraagt afhankelijk van het bedrijfsmiddel 13,5%, 27% of 36%. Alleen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen komen voor de EIA of MIA in aanmerking. Kleine investeringen tot een bedrag van € 2.500 komen niet voor EIA of MIA in aanmerking. U krijgt alleen EIA of MIA als de investeringen binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting digitaal via het e-loket op mijn.rvo.nl zijn gemeld. Aan de hand van de energielijst of de milieulijst (te raadplegen op de site www.rvo.nl) kunt u bepalen of een bedrijfsmiddel in aanmerking komt voor EIA of MIA.
Kies voor een zakelijke beloning voor uw meewerkende partner
Als uw partner meewerkt in de zaak, is het reëel om daarvoor een adequate beloning toe te kennen. U heeft de keuze uit vier mogelijkheden, te weten: u kunt een man/vrouwfirma aangaan, u kunt een dienstbetrekking met uw partner aangaan, een reële arbeidsbeloning overeenkomen of kiezen voor de meewerkaftrek. De keuze voor een man/vrouw firma is complex. Raadpleeg daarvoor uw RB.
Verlaag uw schuld aan de bv
Als u een schuld heeft aan uw bv van meer dan € 500.000, moet u vanaf 1 januari 2023 belasting gaan betalen in box 2. 1 januari 2023 lijkt nog ver weg, maar het is raadzaam om nu alvast na te denken over aflossing van deze schuld tot een bedrag onder € 500.000. De aflossing kunt u bijvoorbeeld laten plaatsvinden door het uitkeren van dividend.
Keert uw bv dividend uit, dan betaalt u daar aanmerkelijkbelangheffing over (box 2 van de inkomstenbelasting). Op dit moment betaalt u over dat dividend nog 26,25% belasting. In 2021 stijgt dat tarief naar 26,9%. Het kan dus voordelig zijn om dit jaar nog dividend uit te keren.
Ga na of u alle overeenkomsten met de bv heeft vastgelegd
De dga en de bv worden nogal eens als één gezien. Strikt genomen is dat natuurlijk niet zo. Dat betekent dat alle overeenkomsten tussen de bv en de dga schriftelijk moeten worden vastgelegd. Ga daarom na of dat voor alle overeenkomsten (arbeidsovereenkomst, pensioenovereenkomst, leningsovereenkomst e.d.) is geregeld.