Wat betekent de Wet Arbeidsmarkt in Balans voor werkgevers?

Wat betekent de Wet Arbeidsmarkt in Balans voor werkgevers?

Wat betekent de Wet Arbeidsmarkt in Balans voor werkgevers?

Vanaf 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans in werking. De wet brengt wijzigingen aan in de regels voor flexwerk, het ontslagrecht en het stelsel van premieheffing voor de WW. De volgende maatregelen zijn genomen:

  1. De ketenbepaling wordt verlengd van twee naar drie jaar. Een werknemer krijgt hierdoor pas na drie jaar (of na drie tijdelijke contracten) recht op een vast contract;
  2. Nieuwe regels omtrent de transitievergoeding;
  3. Bij een ontslagaanvraag kunnen meerdere ontslaggronden worden aangevoerd;
  4. Werkgevers worden verplicht om oproepkrachten (met een 0-urencontract of een min/max contract) jaarlijks een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang;
  5. Werkgevers worden verplicht om oproepkrachten ten minste 4 dagen van tevoren op te roepen;
  6. Voor werknemers met een vast contract hoeft minder WW-premie te worden afgedragen dan voor werknemers met een flexibel of tijdelijk contract;
  7. Payrollers vallen niet langer onder het uitzendregime;
  8. De afspraken voor een pensioenvoorziening voor payrollers worden uitgesteld.

 

  1. Ketenbepaling

Op dit moment hebben werknemers recht op een vast contract als zij 2 jaar voor dezelfde werkgever werken of als zij 3 tijdelijke contracten hebben gehad (ketenbepaling). Het vierde contract is dan een vast contract. Vanaf 1 januari 2020 hebben werknemers recht op een vast contract na 3 jaar of na 3 tijdelijke contracten. De tussenpoos om de keten van tijdelijke contracten te doorbreken blijft op 6 maanden (26 weken) staan, maar in een cao mag worden geregeld dat die tussenpoos wordt verkort naar minimaal 3 maanden. Dat kan bijvoorbeeld bij seizoenswerk. Er komt geen overgangsregeling voor deze maatregel. Werknemers die voor 1 januari 2020 hun vierde contract krijgen of 2 jaar in dienst zijn, moeten dus nog een vast contract krijgen. Werknemers die daarna 2 jaar in dienst zijn, hoeven dus geen vast contract te krijgen. Maar medewerkers die na 1 januari 2020 aan hun vierde contract toe zijn, moeten wél een vast contract krijgen.

  1. Nieuwe regels transitievergoeding

Vanaf 1 januari 2020 hebben werknemers direct aanspraak op een transitievergoeding als het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of niet wordt voortgezet. Ook wordt de berekening van de transitievergoeding straks anders.

  1. Nieuwe grond voor ontslagaanvragen

Er komt een cumulatiegrond bij ontslag. Hierdoor kunnen werkgevers straks verschillende ontslaggronden met elkaar combineren.

  1. Oproepcontract

De werkgever moet jaarlijks een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang aan een werknemer met een nul-uren contract of min-max contract. Daarbij moeten zij het gemiddeld aantal gewerkte uren van het afgelopen jaar nemen.

  1. Op tijd oproepen

Werkgevers moeten hun werknemers straks ten minste 4 dagen van tevoren oproepen. Als de werkgever de oproep binnen deze 4 dagen intrekt, heeft de werknemer alsnog recht op loonbetaling over de periode waarvoor hij was opgeroepen. In de cao kan hiervan worden afgeweken, maar de periode mag nooit korter zijn dan 24 uur. Bovendien blijft de werkgever verplicht zijn medewerkers voor ten minste 3 uur op te roepen.

  1. Lagere WW-premie voor vast contract

De werkgever gaat een lage WW-premie betalen voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel of tijdelijk contract.

  1. Payrollers

Vanaf 1 januari 2020 vallen payrollwerknemers niet meer onder de definitie van een uitzendovereenkomst.

Bovendien moeten payrollbedrijven de payrollwerknemers dezelfde (primaire en secundaire) arbeidsvoorwaarden aanbieden als de werknemers, die rechtstreeks in dienst zijn bij de opdrachtgever, met uitzondering van pensioen.

Overgangsrecht: In principe hebben de nieuwe regels onmiddellijke werking, maar dat geldt niet voor de nieuwe regels die zouden maken dat een tijdelijke payrollovereenkomst die voor 1 januari 2020 is aangegaan daardoor ineens een vaste payrollovereenkomst wordt. Voor tijdelijke payrollovereenkomsten die ingaan na 1 januari 2020 gelden de nieuwe regels wel allemaal direct.

  1. Pensioen voor payrollmedewerkers

Payrollbedrijven zijn pas vanaf 1 januari 2021 verplicht om een pensioenvoorziening te treffen. Dan moeten de pensioenvoorwaarden van de payroller vergelijkbaar zijn met die van werknemers in dienst bij de werkgever of die van werknemers in dezelfde sector.